Weergaven:

We begrijpen dat het voor de omwonenden van onze infrastructuur fijn is om over een groenscherm langs de sporen te beschikken. Wij kunnen echter niet zomaar alle bomen en struiken langs de sporen laten bloeien en groeien. We leggen dus graag even uit waarom het essentieel is het groen langs de sporen goed te onderhouden. In het kader van de veiligheid zijn we vaak genoodzaakt om de begroeiing langs de sporen te verwijderen. Het garanderen van de veiligheid op en rond de sporen is namelijk onze topprioriteit. We kunnen het risico niet lopen dat de seinen langs de sporen niet zichtbaar zouden zijn of dat er bomen op de sporen zouden vallen.  

Volgens de wet moet de plantengroei minimum 1,5 meter korter zijn dan de afstand tussen de voet van de plant en de dichtstbijzijnde spoorstaaf.

  • Spoorwegen op een grondverhoging of in ingraving: berekening van de afstand tussen de voet van de plantengroei en de bovenrand van de grondverhoging of de ingraving.
  • Plantengroei achter muren langsheen sporen: maximale hoogte dezelfde als deze muren (behalve met toelating van Infrabel).
  • Voor baanvakken waar de toegelaten snelheid hoger is dan 220 km/u: enkel kruidachtige gewassen toegelaten in een zone van 25 m vanaf de dichtsbijzijnde spoorstaaf.

We kunnen alle niet-kruidachtige plantengroei op een afstand van minder dan acht meter van de spoorstaven verbieden indien deze de veiligheid van het treinverkeer in gevaar kan brengen.

Meer informatie hierover vind je in deze wettekst.

beplanting.jpg